Raadscolumn Thomas Steenvoorden (PUUR): Het raadslidmaatschap geeft mij energie
Mensen vragen mij regelmatig of ik het werk als raadslid nog steeds leuk vind. Als je social media volgt, lijkt het soms alsof ‘de gemeente’ het nooit goed doet en de waardering voor bestuurders schaars is. “Wie wil er nu nog de politiek in?”, hoor ik vaak. Of: “Wat kun je als raadslid eigenlijk bereiken?”
Toch zie ik dat de interesse voor lokale politiek groeit. Een mooi voorbeeld zijn de aanmeldingen voor de cursus ‘Politiek Actief’, die ik zelf ook volgde voordat ik raadslid werd. In deze cursus leer je welke middelen je hebt om invloed uit te oefenen op het beleid van ons bestuur, het college. Die middelen zet ik regelmatig in – en vaak met resultaat. Met een motie doe je bijvoorbeeld een voorstel aan het college om een bepaalde actie te ondernemen of juist niet.
Zo heb ik bijvoorbeeld de Albatros weer in de vaart gekregen, zijn er afspraken gemaakt over parkeerdruk bij het nieuwbouwproject Achmea, en hebben we het college verzocht om een beleidsplan voor de Wilhelminaboulevard. Zelfs als een motie het niet haalt, kan het onderwerp toch aandacht krijgen en mensen aan het denken zetten.
Ik vind het raadswerk leuk en waardevol. Wanneer er een onderwerp op de agenda staat, bezoek ik inwoners die betrokken zijn. Neem bijvoorbeeld de situatie aan de Achterweg, waar het college een opvang voor veel asielzoekers wil realiseren. De bewoners hebben daarover terechte zorgen, en we bespreken hun vragen en ideeën. Het is begrijpelijk dat zo’n omvangrijk project de nodige zorgen opwekt, ongeacht of er grond beschikbaar is om woningen te bouwen.
Het raadswerk brengt mij in contact met veel nieuwe mensen, en dat geeft mij juist energie. Als volksvertegenwoordiger ben ik er niet alleen voor de mensen die op mij hebben gestemd, maar voor alle inwoners van onze mooie gemeente.