Beleidsnota ligplaatsenpleziervaartuigen 2015
1 Inleiding
Noordwijk is van oudsher bekend als badplaats. De grote aantrekkingskracht van Noordwijk op binnen- en buitenlandse toeristen is voornamelijk gelegen in het ruim 13 kilometer lange strand en alles wat daarmee te maken heeft. Ook de inwoners van Noordwijk zelf maken in hun vrije tijd graag gebruik van het strand. Watersportrecreatie in Noordwijk vindt dan ook voor het merendeel op en aan het strand plaats.
Noordwijk Binnen heeft weliswaar een prachtige historische kern die het bezoeken waard is maar beschikt vooralsnog niet over een uitgebreid netwerk van vaarwegen en oevers die geschikt is voor intensieve water(sport)recreatie.
Waarom is het dan toch nodig om beleidsregels voor het innemen van ligplaatsen door pleziervaartuigen vast te stellen? Het aantal bootjes, vooral in De Schie, is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De vraag naar ligplaatsen in De Schie is ook groter dan de voor ligplaatsen beschikbare ruimte zodat regulering mede om die reden noodzakelijk is. In verband met het ontbreken van afmeervoorzieningen worden vaartuigen afgemeerd aan gemeente-eigendommen en aan zelf aangebrachte voorzieningen. Dit is een onwenselijke situatie. Door het ontbreken van beleidsregels (en dientengevolge van ligplaatsvergunningen) zal de toename van het aantal bootjes op termijn tot problemen kunnen leiden.
Door het ontbreken van beleidsregels waaraan een aanvraag om vergunning kan worden getoetst, zijn de ingediende aanvragen om een ligplaatsvergunning tot op heden aangehouden. Ook handhavend optreden tegen boten die ligplaats hebben ingenomen op locaties die daarvoor niet geschikt zijn, zoals bijvoorbeeld aan groene of ecologische oevers, was niet mogelijk omdat de vraag of de zonder vergunning ingenomen ligplaats alsnog gelegaliseerd zou kunnen worden, niet eenduidig beantwoord kon worden.
1.1 Doel en inhoud beleidsnota
Deze beleidsnota bevat beleidsregels zoals bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Met deze beleidsregels wordt het innemen van ligplaatsen en het afmeren van pleziervaartuigen geregeld. Deze beleidsregels hebben als doel een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan ligplaatsen enerzijds en het verantwoord en gewenst gebruik van het water en de daarbij behorende oevers anderzijds. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan aspecten als veiligheid, doorvaarbaarheid, overlast, schade aan oevers, verstoring van natuur en kwaliteit van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Met behulp van deze beleidsregels kan worden bepaald wanneer een vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend of geweigerd. Door het opstellen van beleidsregels wordt voorkomen dat afwegingen die in eerdere soortgelijke individuele gevallen werden genomen in de toekomst steeds opnieuw moeten worden gedaan.
Met het vaststellen van deze beleidsnota wordt tevens meer bekendheid gegeven aan de regelgeving en hoe deze door het college wordt uitgevoerd. Dit bevordert de transparantie van het bestuurlijk handelen.
1.2 Reikwijdte beleidsnota
De beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op het innemen van een ligplaats door pleziervaartuigen in de Maandagse Watering, Dinsdagse Watering, Woensdagse Watering, De Schie, de Haarlemmer Trekvaart en de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan. Op de bij deze beleidsnota behorende kaart zijn de waterwegen waarop deze beleidsregels van toepassing zijn, aangegeven.3Voor overige -binnen de gemeente Noordwijk gelegen- vaarwegen geldt geen gemeentelijke vergunningplicht, maar kan wel een vergunning nodig zijn van het Hoogheemraadschap van Rijnland of van de Provincie Zuid-Holland.
De beleidsregels zijn niet van toepassing op woonschepen en op het innemen van ligplaatsen in de jachthaven. Deze ligplaatsen zijn reeds vastgelegd in bestemmingsplannen en/of in de APV.
Tevens zijn de beleidsregels niet van toepassing op het innemen van een ligplaats aan de in de Haarlemmer Trekvaart gelegen steiger van de Watersportvereniging Noordwijk-Maritiem Teylingen met dien verstande dat de geldigheidsduur van de af te geven (algemene) ligplaatsvergunning wordt beperkt tot het moment dat de voorbereidingen voor de realisatie van de fietsbrug over de Leidsevaart zoals hieronder omschreven in paragraaf 1.3 starten. De geldigheidsduur van de vergunning wordt tevens gekoppeld aan de instemming/toestemming van de Provincie Zuid-Holland en/of het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de aanwezigheid van zowel de steiger als de ligplaatsen.
1.3 Toekomstige ontwikkelingen
In het kader van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme van de zes bollenstreekgemeenten (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) worden de mogelijkheden bekeken om nieuwe vaarwegen te ontwikkelen en bestaande uit te breiden. Zo wordt het mogelijk om een rondje Bollenstreek te varen en hier en daar aan te leggen om de omgeving te bekijken. Met het Uitvoeringsprogramma wordt Noordwijk in ieder geval aangesloten op het Landelijke Sloepennetwerk. Het Landelijke Sloepennetwerk is een netwerk van vaarroutes die bij voorkeur met sloepen of kano’s bevaren kan worden. Het sloepennetwerk wordt aangegeven op een kaart waar naast vaarroutes ook bezienswaardigheden ed. op aangegeven worden.
Voorts start op korte termijn de voorbereiding van de nieuwe ruimtelijke structuurvisie waarin ook de mogelijkheden zullen worden onderzocht om Noordwijk aantrekkelijker te maken voor waterrecreatie welke niet is gerelateerd aan het strand. Ook de daadwerkelijke aansluiting op het Landelijke Sloepennetwerk zou tot gevolg kunnen hebben dat de behoefte aan passantenplaatsen toeneemt.
Afsluitend werkt de gemeente Noordwijk met de gemeente Teylingen aan de realisatie van een bypass die de huidige aansluiting van de Leidsevaart op de N444 gaat vervangen. Tegelijkertijd wordt er de realisatie voorbereid van een nieuw fietspad tussen Noordwijk en de NS-stations in Voorhout en Sassenheim. Ter hoogte van het punt waar de bypass en het fietspad aansluiten op de bestaande Leidsevaart zal een fietsbrug over de Haarlemmertrekvaart worden gerealiseerd.
De aanlegsteiger van de Watersportvereniging in de Haarlemmertrekvaart ligt op de locatie waar de bypass en het fietspad worden aangesloten op de bestaande Leidsevaart en waar de fietsbrug aansluiting krijgt op de Leidsevaart waardoor deze op termijn zal moeten worden verplaatst of verwijderd.
De hiervoor geschetste toekomstige ontwikkelingen kunnen tot een heroverweging en aanpassing van de beleidsregels leiden.
1.4 Herziening beleidsregels 2014 naar aanleiding van motie raad
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 15 juli 2014, na het doorlopen van de door de gemeenteraad vastgestelde inspraakprocedure, de beleidsnota ‘Ligplaatsen pleziervaartuigen’ vastgesteld. De in deze nota neergelegde beleidsregels zijn op 13 augustus 2014 bekendgemaakt in het Witte Weekblad en op 14 augustus 2014 in werking getreden. Voordat het college een aanvang kon nemen met de uitvoering van de voor De Schie vastgestelde beleidsregels, werd op 30 oktober 2014 in de gemeenteraad een motie aangenomen waarin de raad aan het college opdraagt om een passende oplossing te zoeken voor de boten die al vele jaren in De Schie liggen en op grond van het op 15 juli 2014 vastgestelde ligplaatsenbeleid uit De Schie zouden worden geweerd.
Gehoor gevend aan de in de motie uitgesproken wens van de raad, is de belangrijkste wijziging ten opzichte van de op 15 juli 2014 vastgestelde beleidsregels dat boten die al vele jaren in De Schie liggen én die langer en/of breder zijn dan op grond van de beleidsregels is toegestaan onder het overgangsrecht zijn gebracht (paragraaf 3.5). Ook de mogelijkheid om per woonadres meer dan één ligplaatsvergunningen te krijgen, is, gezien het grote aantal aanvragen voor een ligplaatsvergunning in De Schie, onder het overgangsrecht gebracht.
In verband met het feit dat het aantal aanvragen groter is dan het aantal beschikbare ligplaatsen is -anders dan in de beleidsnota 2014 het geval was- een regeling opgenomen hoe de reeds ontvangen, tot dan toe aangehouden aanvragen om ligplaatsvergunning zullen worden afgehandeld. Aan het verloten van resterende ligplaatsen zoals in eerste instantie ter uitvoering van de in 2014 vastgestelde beleidsregels de bedoeling was, wordt niet toegekomen omdat met het innemen van ligplaatsen van de onder het overgangsrecht gebrachte vaartuigen geen ligplaatsen meer resteren.
Verder is de beleidsnota geactualiseerd en, om de leesbaarheid te vergroten, op onderdelen verduidelijkt.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 1 geeft een inleiding en beschrijft in het kort het doel, de inhoud en de reikwijdte van de beleidsnota ligplaatsen pleziervaartuigen. Hoofdstuk 2 geeft het wettelijk kader aan dat van toepassing is. In hoofdstuk 3 vindt u algemene beleidsregels over de vergunningverlening, meer specifieke beleidsregels per vaarweg, een overgangsregeling en de wijze waarop ‘oude’ en ‘nieuwe’ aanvragen voor De Schie worden afgehandeld. Tot slot is hoofdstuk 4 gewijd aan overige van belang zijnde zaken zoals uitvoering van de beleidsregels met betrekking tot De Schie, de inspraakprocedure, communicatie, evaluatie en de inwerkingtreding van de beleidsregels.
2 Wettelijk kader
Het beheer en onderhoud van (vaar)water is opgedragen aan de diverse overheden. De gemeentelijke en provinciale overheid hebben een verordende bevoegdheid inzake het beheer, onderhoud en instandhouding van vaarwater. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft op basis van de Waterschapswet, nadere regels (De Keur) opgesteld ten aanzien van wat zonder vergunning is toegestaan in, op en rond water, dijken, gemalen en andere waterstaatkundige werken om de functionering van het watersysteem te garanderen. Daarnaast heeft het Hoogheemraadschap bevoegdheden op grond van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) als nautisch beheerder.
De hierna vermelde wetten en verordeningen zijn ten aanzien van het onderwerp van deze nota van belang aangezien deze regelgeving verband houdt met het afmeren van vaartuigen of het innemen van ligplaatsen.
2.1 Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk (APV)
De APV is vastgesteld door de gemeenteraad. In artikel 5.3.2 is het verbod neergelegd om met een vaartuig ligplaats in te nemen in de Dinsdagse Watering, De Schie (gedeelte Dinsdagse Watering gelegen langs de Schiestraat), Woensdagse Watering, Maandagse Watering, de Haarlemmertrekvaart, de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan, zonder vergunning van het college. In hetzelfde artikel is bepaald met welke belangen rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van een aanvraag om ligplaatsvergunning. De integrale tekst van artikel 5.3.2 van de APV is als bijlage 1 bij deze beleidsnota opgenomen.
< Terug naar de vorige pagina
Beleidsnota ligplaatsenpleziervaartuigen 2015
1 Inleiding
Noordwijk is van oudsher bekend als badplaats. De grote aantrekkingskracht van Noordwijk op binnen- en buitenlandse toeristen is voornamelijk gelegen in het ruim 13 kilometer lange strand en alles wat daarmee te maken heeft. Ook de inwoners van Noordwijk zelf maken in hun vrije tijd graag gebruik van het strand. Watersportrecreatie in Noordwijk vindt dan ook voor het merendeel op en aan het strand plaats.
Noordwijk Binnen heeft weliswaar een prachtige historische kern die het bezoeken waard is maar beschikt vooralsnog niet over een uitgebreid netwerk van vaarwegen en oevers die geschikt is voor intensieve water(sport)recreatie.
Waarom is het dan toch nodig om beleidsregels voor het innemen van ligplaatsen door pleziervaartuigen vast te stellen? Het aantal bootjes, vooral in De Schie, is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De vraag naar ligplaatsen in De Schie is ook groter dan de voor ligplaatsen beschikbare ruimte zodat regulering mede om die reden noodzakelijk is. In verband met het ontbreken van afmeervoorzieningen worden vaartuigen afgemeerd aan gemeente-eigendommen en aan zelf aangebrachte voorzieningen. Dit is een onwenselijke situatie. Door het ontbreken van beleidsregels (en dientengevolge van ligplaatsvergunningen) zal de toename van het aantal bootjes op termijn tot problemen kunnen leiden.
Door het ontbreken van beleidsregels waaraan een aanvraag om vergunning kan worden getoetst, zijn de ingediende aanvragen om een ligplaatsvergunning tot op heden aangehouden. Ook handhavend optreden tegen boten die ligplaats hebben ingenomen op locaties die daarvoor niet geschikt zijn, zoals bijvoorbeeld aan groene of ecologische oevers, was niet mogelijk omdat de vraag of de zonder vergunning ingenomen ligplaats alsnog gelegaliseerd zou kunnen worden, niet eenduidig beantwoord kon worden.
1.1 Doel en inhoud beleidsnota
Deze beleidsnota bevat beleidsregels zoals bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Met deze beleidsregels wordt het innemen van ligplaatsen en het afmeren van pleziervaartuigen geregeld. Deze beleidsregels hebben als doel een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan ligplaatsen enerzijds en het verantwoord en gewenst gebruik van het water en de daarbij behorende oevers anderzijds. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan aspecten als veiligheid, doorvaarbaarheid, overlast, schade aan oevers, verstoring van natuur en kwaliteit van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Met behulp van deze beleidsregels kan worden bepaald wanneer een vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend of geweigerd. Door het opstellen van beleidsregels wordt voorkomen dat afwegingen die in eerdere soortgelijke individuele gevallen werden genomen in de toekomst steeds opnieuw moeten worden gedaan.
Met het vaststellen van deze beleidsnota wordt tevens meer bekendheid gegeven aan de regelgeving en hoe deze door het college wordt uitgevoerd. Dit bevordert de transparantie van het bestuurlijk handelen.
1.2 Reikwijdte beleidsnota
De beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op het innemen van een ligplaats door pleziervaartuigen in de Maandagse Watering, Dinsdagse Watering, Woensdagse Watering, De Schie, de Haarlemmer Trekvaart en de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan. Op de bij deze beleidsnota behorende kaart zijn de waterwegen waarop deze beleidsregels van toepassing zijn, aangegeven.3Voor overige -binnen de gemeente Noordwijk gelegen- vaarwegen geldt geen gemeentelijke vergunningplicht, maar kan wel een vergunning nodig zijn van het Hoogheemraadschap van Rijnland of van de Provincie Zuid-Holland.
De beleidsregels zijn niet van toepassing op woonschepen en op het innemen van ligplaatsen in de jachthaven. Deze ligplaatsen zijn reeds vastgelegd in bestemmingsplannen en/of in de APV.
Tevens zijn de beleidsregels niet van toepassing op het innemen van een ligplaats aan de in de Haarlemmer Trekvaart gelegen steiger van de Watersportvereniging Noordwijk-Maritiem Teylingen met dien verstande dat de geldigheidsduur van de af te geven (algemene) ligplaatsvergunning wordt beperkt tot het moment dat de voorbereidingen voor de realisatie van de fietsbrug over de Leidsevaart zoals hieronder omschreven in paragraaf 1.3 starten. De geldigheidsduur van de vergunning wordt tevens gekoppeld aan de instemming/toestemming van de Provincie Zuid-Holland en/of het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de aanwezigheid van zowel de steiger als de ligplaatsen.
1.3 Toekomstige ontwikkelingen
In het kader van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme van de zes bollenstreekgemeenten (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) worden de mogelijkheden bekeken om nieuwe vaarwegen te ontwikkelen en bestaande uit te breiden. Zo wordt het mogelijk om een rondje Bollenstreek te varen en hier en daar aan te leggen om de omgeving te bekijken. Met het Uitvoeringsprogramma wordt Noordwijk in ieder geval aangesloten op het Landelijke Sloepennetwerk. Het Landelijke Sloepennetwerk is een netwerk van vaarroutes die bij voorkeur met sloepen of kano’s bevaren kan worden. Het sloepennetwerk wordt aangegeven op een kaart waar naast vaarroutes ook bezienswaardigheden ed. op aangegeven worden.
Voorts start op korte termijn de voorbereiding van de nieuwe ruimtelijke structuurvisie waarin ook de mogelijkheden zullen worden onderzocht om Noordwijk aantrekkelijker te maken voor waterrecreatie welke niet is gerelateerd aan het strand. Ook de daadwerkelijke aansluiting op het Landelijke Sloepennetwerk zou tot gevolg kunnen hebben dat de behoefte aan passantenplaatsen toeneemt.
Afsluitend werkt de gemeente Noordwijk met de gemeente Teylingen aan de realisatie van een bypass die de huidige aansluiting van de Leidsevaart op de N444 gaat vervangen. Tegelijkertijd wordt er de realisatie voorbereid van een nieuw fietspad tussen Noordwijk en de NS-stations in Voorhout en Sassenheim. Ter hoogte van het punt waar de bypass en het fietspad aansluiten op de bestaande Leidsevaart zal een fietsbrug over de Haarlemmertrekvaart worden gerealiseerd.
De aanlegsteiger van de Watersportvereniging in de Haarlemmertrekvaart ligt op de locatie waar de bypass en het fietspad worden aangesloten op de bestaande Leidsevaart en waar de fietsbrug aansluiting krijgt op de Leidsevaart waardoor deze op termijn zal moeten worden verplaatst of verwijderd.
De hiervoor geschetste toekomstige ontwikkelingen kunnen tot een heroverweging en aanpassing van de beleidsregels leiden.
1.4 Herziening beleidsregels 2014 naar aanleiding van motie raad
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 15 juli 2014, na het doorlopen van de door de gemeenteraad vastgestelde inspraakprocedure, de beleidsnota ‘Ligplaatsen pleziervaartuigen’ vastgesteld. De in deze nota neergelegde beleidsregels zijn op 13 augustus 2014 bekendgemaakt in het Witte Weekblad en op 14 augustus 2014 in werking getreden. Voordat het college een aanvang kon nemen met de uitvoering van de voor De Schie vastgestelde beleidsregels, werd op 30 oktober 2014 in de gemeenteraad een motie aangenomen waarin de raad aan het college opdraagt om een passende oplossing te zoeken voor de boten die al vele jaren in De Schie liggen en op grond van het op 15 juli 2014 vastgestelde ligplaatsenbeleid uit De Schie zouden worden geweerd.
Gehoor gevend aan de in de motie uitgesproken wens van de raad, is de belangrijkste wijziging ten opzichte van de op 15 juli 2014 vastgestelde beleidsregels dat boten die al vele jaren in De Schie liggen én die langer en/of breder zijn dan op grond van de beleidsregels is toegestaan onder het overgangsrecht zijn gebracht (paragraaf 3.5). Ook de mogelijkheid om per woonadres meer dan één ligplaatsvergunningen te krijgen, is, gezien het grote aantal aanvragen voor een ligplaatsvergunning in De Schie, onder het overgangsrecht gebracht.
In verband met het feit dat het aantal aanvragen groter is dan het aantal beschikbare ligplaatsen is -anders dan in de beleidsnota 2014 het geval was- een regeling opgenomen hoe de reeds ontvangen, tot dan toe aangehouden aanvragen om ligplaatsvergunning zullen worden afgehandeld. Aan het verloten van resterende ligplaatsen zoals in eerste instantie ter uitvoering van de in 2014 vastgestelde beleidsregels de bedoeling was, wordt niet toegekomen omdat met het innemen van ligplaatsen van de onder het overgangsrecht gebrachte vaartuigen geen ligplaatsen meer resteren.
Verder is de beleidsnota geactualiseerd en, om de leesbaarheid te vergroten, op onderdelen verduidelijkt.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 1 geeft een inleiding en beschrijft in het kort het doel, de inhoud en de reikwijdte van de beleidsnota ligplaatsen pleziervaartuigen. Hoofdstuk 2 geeft het wettelijk kader aan dat van toepassing is. In hoofdstuk 3 vindt u algemene beleidsregels over de vergunningverlening, meer specifieke beleidsregels per vaarweg, een overgangsregeling en de wijze waarop ‘oude’ en ‘nieuwe’ aanvragen voor De Schie worden afgehandeld. Tot slot is hoofdstuk 4 gewijd aan overige van belang zijnde zaken zoals uitvoering van de beleidsregels met betrekking tot De Schie, de inspraakprocedure, communicatie, evaluatie en de inwerkingtreding van de beleidsregels.
2 Wettelijk kader
Het beheer en onderhoud van (vaar)water is opgedragen aan de diverse overheden. De gemeentelijke en provinciale overheid hebben een verordende bevoegdheid inzake het beheer, onderhoud en instandhouding van vaarwater. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft op basis van de Waterschapswet, nadere regels (De Keur) opgesteld ten aanzien van wat zonder vergunning is toegestaan in, op en rond water, dijken, gemalen en andere waterstaatkundige werken om de functionering van het watersysteem te garanderen. Daarnaast heeft het Hoogheemraadschap bevoegdheden op grond van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) als nautisch beheerder.
De hierna vermelde wetten en verordeningen zijn ten aanzien van het onderwerp van deze nota van belang aangezien deze regelgeving verband houdt met het afmeren van vaartuigen of het innemen van ligplaatsen.
2.1 Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk (APV)
De APV is vastgesteld door de gemeenteraad. In artikel 5.3.2 is het verbod neergelegd om met een vaartuig ligplaats in te nemen in de Dinsdagse Watering, De Schie (gedeelte Dinsdagse Watering gelegen langs de Schiestraat), Woensdagse Watering, Maandagse Watering, de Haarlemmertrekvaart, de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan, zonder vergunning van het college. In hetzelfde artikel is bepaald met welke belangen rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van een aanvraag om ligplaatsvergunning. De integrale tekst van artikel 5.3.2 van de APV is als bijlage 1 bij deze beleidsnota opgenomen.
< Terug naar de vorige pagina
Beleidsnota ligplaatsenpleziervaartuigen 2015
1 Inleiding
Noordwijk is van oudsher bekend als badplaats. De grote aantrekkingskracht van Noordwijk op binnen- en buitenlandse toeristen is voornamelijk gelegen in het ruim 13 kilometer lange strand en alles wat daarmee te maken heeft. Ook de inwoners van Noordwijk zelf maken in hun vrije tijd graag gebruik van het strand. Watersportrecreatie in Noordwijk vindt dan ook voor het merendeel op en aan het strand plaats.
Noordwijk Binnen heeft weliswaar een prachtige historische kern die het bezoeken waard is maar beschikt vooralsnog niet over een uitgebreid netwerk van vaarwegen en oevers die geschikt is voor intensieve water(sport)recreatie.
Waarom is het dan toch nodig om beleidsregels voor het innemen van ligplaatsen door pleziervaartuigen vast te stellen? Het aantal bootjes, vooral in De Schie, is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De vraag naar ligplaatsen in De Schie is ook groter dan de voor ligplaatsen beschikbare ruimte zodat regulering mede om die reden noodzakelijk is. In verband met het ontbreken van afmeervoorzieningen worden vaartuigen afgemeerd aan gemeente-eigendommen en aan zelf aangebrachte voorzieningen. Dit is een onwenselijke situatie. Door het ontbreken van beleidsregels (en dientengevolge van ligplaatsvergunningen) zal de toename van het aantal bootjes op termijn tot problemen kunnen leiden.
Door het ontbreken van beleidsregels waaraan een aanvraag om vergunning kan worden getoetst, zijn de ingediende aanvragen om een ligplaatsvergunning tot op heden aangehouden. Ook handhavend optreden tegen boten die ligplaats hebben ingenomen op locaties die daarvoor niet geschikt zijn, zoals bijvoorbeeld aan groene of ecologische oevers, was niet mogelijk omdat de vraag of de zonder vergunning ingenomen ligplaats alsnog gelegaliseerd zou kunnen worden, niet eenduidig beantwoord kon worden.
1.1 Doel en inhoud beleidsnota
Deze beleidsnota bevat beleidsregels zoals bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Met deze beleidsregels wordt het innemen van ligplaatsen en het afmeren van pleziervaartuigen geregeld. Deze beleidsregels hebben als doel een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan ligplaatsen enerzijds en het verantwoord en gewenst gebruik van het water en de daarbij behorende oevers anderzijds. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan aspecten als veiligheid, doorvaarbaarheid, overlast, schade aan oevers, verstoring van natuur en kwaliteit van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Met behulp van deze beleidsregels kan worden bepaald wanneer een vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend of geweigerd. Door het opstellen van beleidsregels wordt voorkomen dat afwegingen die in eerdere soortgelijke individuele gevallen werden genomen in de toekomst steeds opnieuw moeten worden gedaan.
Met het vaststellen van deze beleidsnota wordt tevens meer bekendheid gegeven aan de regelgeving en hoe deze door het college wordt uitgevoerd. Dit bevordert de transparantie van het bestuurlijk handelen.
1.2 Reikwijdte beleidsnota
De beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op het innemen van een ligplaats door pleziervaartuigen in de Maandagse Watering, Dinsdagse Watering, Woensdagse Watering, De Schie, de Haarlemmer Trekvaart en de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan. Op de bij deze beleidsnota behorende kaart zijn de waterwegen waarop deze beleidsregels van toepassing zijn, aangegeven.3Voor overige -binnen de gemeente Noordwijk gelegen- vaarwegen geldt geen gemeentelijke vergunningplicht, maar kan wel een vergunning nodig zijn van het Hoogheemraadschap van Rijnland of van de Provincie Zuid-Holland.
De beleidsregels zijn niet van toepassing op woonschepen en op het innemen van ligplaatsen in de jachthaven. Deze ligplaatsen zijn reeds vastgelegd in bestemmingsplannen en/of in de APV.
Tevens zijn de beleidsregels niet van toepassing op het innemen van een ligplaats aan de in de Haarlemmer Trekvaart gelegen steiger van de Watersportvereniging Noordwijk-Maritiem Teylingen met dien verstande dat de geldigheidsduur van de af te geven (algemene) ligplaatsvergunning wordt beperkt tot het moment dat de voorbereidingen voor de realisatie van de fietsbrug over de Leidsevaart zoals hieronder omschreven in paragraaf 1.3 starten. De geldigheidsduur van de vergunning wordt tevens gekoppeld aan de instemming/toestemming van de Provincie Zuid-Holland en/of het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de aanwezigheid van zowel de steiger als de ligplaatsen.
1.3 Toekomstige ontwikkelingen
In het kader van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme van de zes bollenstreekgemeenten (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) worden de mogelijkheden bekeken om nieuwe vaarwegen te ontwikkelen en bestaande uit te breiden. Zo wordt het mogelijk om een rondje Bollenstreek te varen en hier en daar aan te leggen om de omgeving te bekijken. Met het Uitvoeringsprogramma wordt Noordwijk in ieder geval aangesloten op het Landelijke Sloepennetwerk. Het Landelijke Sloepennetwerk is een netwerk van vaarroutes die bij voorkeur met sloepen of kano’s bevaren kan worden. Het sloepennetwerk wordt aangegeven op een kaart waar naast vaarroutes ook bezienswaardigheden ed. op aangegeven worden.
Voorts start op korte termijn de voorbereiding van de nieuwe ruimtelijke structuurvisie waarin ook de mogelijkheden zullen worden onderzocht om Noordwijk aantrekkelijker te maken voor waterrecreatie welke niet is gerelateerd aan het strand. Ook de daadwerkelijke aansluiting op het Landelijke Sloepennetwerk zou tot gevolg kunnen hebben dat de behoefte aan passantenplaatsen toeneemt.
Afsluitend werkt de gemeente Noordwijk met de gemeente Teylingen aan de realisatie van een bypass die de huidige aansluiting van de Leidsevaart op de N444 gaat vervangen. Tegelijkertijd wordt er de realisatie voorbereid van een nieuw fietspad tussen Noordwijk en de NS-stations in Voorhout en Sassenheim. Ter hoogte van het punt waar de bypass en het fietspad aansluiten op de bestaande Leidsevaart zal een fietsbrug over de Haarlemmertrekvaart worden gerealiseerd.
De aanlegsteiger van de Watersportvereniging in de Haarlemmertrekvaart ligt op de locatie waar de bypass en het fietspad worden aangesloten op de bestaande Leidsevaart en waar de fietsbrug aansluiting krijgt op de Leidsevaart waardoor deze op termijn zal moeten worden verplaatst of verwijderd.
De hiervoor geschetste toekomstige ontwikkelingen kunnen tot een heroverweging en aanpassing van de beleidsregels leiden.
1.4 Herziening beleidsregels 2014 naar aanleiding van motie raad
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 15 juli 2014, na het doorlopen van de door de gemeenteraad vastgestelde inspraakprocedure, de beleidsnota ‘Ligplaatsen pleziervaartuigen’ vastgesteld. De in deze nota neergelegde beleidsregels zijn op 13 augustus 2014 bekendgemaakt in het Witte Weekblad en op 14 augustus 2014 in werking getreden. Voordat het college een aanvang kon nemen met de uitvoering van de voor De Schie vastgestelde beleidsregels, werd op 30 oktober 2014 in de gemeenteraad een motie aangenomen waarin de raad aan het college opdraagt om een passende oplossing te zoeken voor de boten die al vele jaren in De Schie liggen en op grond van het op 15 juli 2014 vastgestelde ligplaatsenbeleid uit De Schie zouden worden geweerd.
Gehoor gevend aan de in de motie uitgesproken wens van de raad, is de belangrijkste wijziging ten opzichte van de op 15 juli 2014 vastgestelde beleidsregels dat boten die al vele jaren in De Schie liggen én die langer en/of breder zijn dan op grond van de beleidsregels is toegestaan onder het overgangsrecht zijn gebracht (paragraaf 3.5). Ook de mogelijkheid om per woonadres meer dan één ligplaatsvergunningen te krijgen, is, gezien het grote aantal aanvragen voor een ligplaatsvergunning in De Schie, onder het overgangsrecht gebracht.
In verband met het feit dat het aantal aanvragen groter is dan het aantal beschikbare ligplaatsen is -anders dan in de beleidsnota 2014 het geval was- een regeling opgenomen hoe de reeds ontvangen, tot dan toe aangehouden aanvragen om ligplaatsvergunning zullen worden afgehandeld. Aan het verloten van resterende ligplaatsen zoals in eerste instantie ter uitvoering van de in 2014 vastgestelde beleidsregels de bedoeling was, wordt niet toegekomen omdat met het innemen van ligplaatsen van de onder het overgangsrecht gebrachte vaartuigen geen ligplaatsen meer resteren.
Verder is de beleidsnota geactualiseerd en, om de leesbaarheid te vergroten, op onderdelen verduidelijkt.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 1 geeft een inleiding en beschrijft in het kort het doel, de inhoud en de reikwijdte van de beleidsnota ligplaatsen pleziervaartuigen. Hoofdstuk 2 geeft het wettelijk kader aan dat van toepassing is. In hoofdstuk 3 vindt u algemene beleidsregels over de vergunningverlening, meer specifieke beleidsregels per vaarweg, een overgangsregeling en de wijze waarop ‘oude’ en ‘nieuwe’ aanvragen voor De Schie worden afgehandeld. Tot slot is hoofdstuk 4 gewijd aan overige van belang zijnde zaken zoals uitvoering van de beleidsregels met betrekking tot De Schie, de inspraakprocedure, communicatie, evaluatie en de inwerkingtreding van de beleidsregels.
2 Wettelijk kader
Het beheer en onderhoud van (vaar)water is opgedragen aan de diverse overheden. De gemeentelijke en provinciale overheid hebben een verordende bevoegdheid inzake het beheer, onderhoud en instandhouding van vaarwater. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft op basis van de Waterschapswet, nadere regels (De Keur) opgesteld ten aanzien van wat zonder vergunning is toegestaan in, op en rond water, dijken, gemalen en andere waterstaatkundige werken om de functionering van het watersysteem te garanderen. Daarnaast heeft het Hoogheemraadschap bevoegdheden op grond van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) als nautisch beheerder.
De hierna vermelde wetten en verordeningen zijn ten aanzien van het onderwerp van deze nota van belang aangezien deze regelgeving verband houdt met het afmeren van vaartuigen of het innemen van ligplaatsen.
2.1 Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk (APV)
De APV is vastgesteld door de gemeenteraad. In artikel 5.3.2 is het verbod neergelegd om met een vaartuig ligplaats in te nemen in de Dinsdagse Watering, De Schie (gedeelte Dinsdagse Watering gelegen langs de Schiestraat), Woensdagse Watering, Maandagse Watering, de Haarlemmertrekvaart, de Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan, zonder vergunning van het college. In hetzelfde artikel is bepaald met welke belangen rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van een aanvraag om ligplaatsvergunning. De integrale tekst van artikel 5.3.2 van de APV is als bijlage 1 bij deze beleidsnota opgenomen.
2.2 Bestemmingsplannen
Ligplaatsen voor pleziervaartuigen zijn niet als zodanig benoemd in het bestemmingplan. Het betreffen immers geen plaatsgebonden vaartuigen zoals woonschepen. Het bestemmingsplan regelt alleen de bestemming ‘Water’. Deze gronden zijn bestemd voor onder meer watergangen en waterpartijen. Indien vaste locaties voor ligplaatsen worden aangewezen, dan zouden deze eventueel in de toekomst in het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen. Het bestemmingsplan is echter niet het instrument om plaatsen toe te wijzen aan specifieke boten.
Om te kunnen regelen waar pleziervaartuigen (en welke vaartuigen) wel en niet mogen liggen is het opstellen van een apart ligplaatsenbeleid noodzakelijk. De basis hiervoor ligt, zoals hiervoor vermeld, in de APV.
Voor het bouwen van afmeervoorzieningen op of aan de kades en oevers en/of in het water kunnen de bouwregels van het bestemmingsplan wel van toepassing zijn. Het bouwen van steigers of andere afmeervoorzieningen is doorgaans niet toegestaan zonder omgevingsvergunning van het college van B&W.
2.3 Binnenvaart politiereglement
Het Binnenvaartpolitiereglement (hierna: BPR) is een Algemene Maatregel van Bestuur voortvloeiend uit de Scheepvaartverkeerswet. In het BPR worden regels gesteld voor het verkeer op het water. Zo wordt onder andere aangegeven welke omgangsregels er gevolgd moeten worden, welke tekens geplaatst moeten worden ter herkenning en welke geluidssignalen gebruikt moeten worden in welke situatie. Ook worden algemene regels gegeven omtrent het afmeren aan verkeerstekens en is de verplichting opgenomen om gevolg te geven aan verkeerstekens die een verbod bevatten. Het reglement is van toepassing op alle soorten vaartuigen.
Het BPR geeft niet aan hoe pleziervaartuigen afgemeerd dienen te worden.
2.4 Vaarwegenverordening Zuid-Holland
De Vaarwegenverordening Zuid-Holland is van toepassing op de Maandagse Watering, een gedeelte van de Dinsdagse Watering (niet het deel gelegen aan de Schiestraat) en op de Haarlemmer Trekvaart. Zonder ontheffing van de Provincie is het niet toegestaan in deze wateren voorwerpen, vaste stoffen of beplanting aan te brengen.
Voor meer informatie kunt u terecht bij zuid-holland.nl of kunt u contact opnemen met het Klant Contact Centrum van de Provincie Zuid-Holland, zuidholland@pzh.nl.
2.5 De Keur
De Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland is een verordening van het Hoogheemraadschap. De Keur is van toepassing op alle oppervlaktewateren binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap, ongeacht of deze aan particuliere of aan openbare oevers zijn gelegen.
Ten aanzien van het aanbrengen van steigers, aanmeervoorzieningen en meerpalen geldt een zorgplicht. Op basis van deze zorgplicht heeft een ieder de verplichting om bij het uitvoeren van handelingen voldoende zorg voor het functioneren van het watersysteem in acht te nemen. Deze zorgplicht is nader uitgewerkt in een erkende maatregel. Dit betekent dat wanneer wordt voldaan aan de erkende maatregel, per definitie wordt voldaan aan de zorgplicht.
Meer informatie kunt u vinden op de website van het Hoogheemraadschap van Rijnland, rijnland.net.
3 Ligplaatsen en vergunningen
In dit hoofdstuk wordt omschreven welke algemene en welke specifieke beleidsuitgangspunten (beleidsregels) per watergang van toepassing zijn bij de beoordeling van een aanvraag om ligplaatsvergunning en welke eisen aan de aanvraag om een vergunning worden gesteld.
In zijn algemeenheid geldt als beleidsuitgangspunt dat de ligplaatsvergunning persoons-, locatie-, en- vaartuig gebonden is. Dit wil zeggen dat de vergunning niet overdraagbaar is en dat hiermee geen ligplaats kan worden ingenomen op een andere locatie of met een ander vaartuig dan vergund. Indien een vergunninghouder een andere boot dan waarvoor ligplaatsvergunning is verleend, op de vergunde locatie wil neerleggen dan dient een aanvraag om wijziging van de ligplaatsvergunning te worden ingediend.
Ligplaatsvergunningen voor het innemen van een ligplaats aan openbare oevers worden in eerste instantie verleend tot 1april 2017. Dit in verband met de op handen zijnde voorbereiding van de nieuwe ruimtelijke structuurvisie en de aansluiting op het Landelijke Sloepennetwerk. Deze toekomstige ontwikkelingen kunnen tot een heroverweging van de beleidsregels leiden.
Ligplaatsvergunningen voor het innemen van een ligplaats aan particuliere oevers waarbij de tuin aan het water grenst, worden voor onbepaalde tijd verleend.
Afhankelijk van de grootte van de ligplaats wordt jaarlijks voor het gebruik van de gemeentegrond (waaronder ook het water wordt begrepen) conform de Verordening precariobelasting en de daarbij behorende, jaarlijks geïndexeerde, tarieventabel, precario in rekening gebracht. Dit geldt ook voor ligplaatsen aan particuliere oevers waarbij het water in eigendom is van de gemeente.
Voor het innemen van een ligplaats op het eigendom van het Hoogheemraadschap van Rijnland, is een privaatrechtelijke overeenkomst met het Hoogheemraadschap nodig.
3.1 Aanvraag en te overleggen (bewijs)stukken
Om de aanvraag om ligplaats goed te kunnen beoordelen, dient het college te beschikken over voldoende informatie. Voor het doen van een aanvraag bestaat een door het college vastgesteld formulier waarvan verplicht gebruik dient te worden gemaakt. Het formulier is te vinden op de website van de gemeente.
Naast een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier dienen in ieder geval ook de volgende stukken te worden overgelegd:
- indien van gemeentewege geen vaste ligplaatsen zijn aangewezen, een plattegrond waarop de exacte locatie van de gewenste ligplaats staat aangegeven;
- kopie van vaartuiggegevens en/of -specificaties;
- kopie van geldig legitimatiebewijs;
- een kleurenfoto van het vaartuig.
Het college kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, aanvullende bewijsstukken opvragen.
3.2 Algemene beleidsregels bij het innemen van een ligplaats
Bij het beoordelen van aanvragen voor ligplaatsvergunning zal worden getoetst aan de criteria van de APV die nader zijn uitgewerkt in deze beleidsregels.
Voor het innemen van ligplaatsen, zowel aan openbare als aan particuliere oevers, gelden, tenzij in paragraaf 3.3 anders is aangegeven, in ieder geval de volgende algemene beleidsregels.
- een ligplaatsvergunning is persoons-, locatie-, en- vaartuig gebonden;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend voor het innemen van een (tijdelijke) ligplaats onder een brug en/of op minder dan 1 meter aan weerszijden daarvan;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend in de nabijheid van (technische) voorzieningen zoals bijvoorbeeld uitstroombuizen van een drainagesysteem, pompunits voor bevloeiing, gemalen en stuwen;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend aan bij de gemeente in eigendom zijnde groene oevers (oevers met beschoeiing met daarachter (een talud van) gras of andersoortig groen), ecologische oevers (natuurvriendelijke, aflopende oevers) en oevers met rietkragen;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend voor locaties welke op een afstand van minder dan 1 meter van een duiker, inlaat of overstort zijn gelegen;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend indien de doorvaart voor andere vaartuigen wordt belemmerd;
- de onderlinge afstand tussen twee afgemeerde vaartuigen dient tenminste 1 meter te bedragen;
- vaartuigen dienen met de lange zijde langs de oever te worden afgemeerd;
- vaartuigen dienen te beschikken over adequate fenders of stootwillen die speciaal voordat doel zijn ontworpen, autobanden of andere niet speciaal voor de scheepvaart ontwikkelde producten zijn niet toegestaan;
- de ligplaats en de wijze waarop deze bereikt kan worden, mag geen belemmeringvormen voor een goed beheer van de openbare buitenruimte;
- geen ligplaatsvergunning wordt verleend aan commercieel geëxploiteerde vaartuigen met uitzondering van een vergunning voor het innemen van de in het geldende bestemmingsplan als ligplaats voor een rederij aangewezen plaatsen;
- vaartuigen dienen in goede staat van onderhoud te verkeren, als slechte staat van onderhoud wordt in ieder geval vaartuigen aangemerkt waarvan het verfwerk slecht is en afbladdert en vaartuigen met vanaf de oever zichtbare roestplekken, gaten of scheuren;
- dekzeilen dienen een gedekte kleur te hebben zoals zwart, antraciet, donkerblauw, donkergroen of bordeaux (felle of opvallende kleuren zoals oranje, rood of geel zijn niet toegestaan);
- het is niet toegestaan om vaartuigen (met inbegrip van bijboten), bij wijze van winterstalling of om andere redenen, op de openbare oever te plaatsen of aanwezig te hebben;
- het is niet toegestaan om goederen zoals masten, motoren, stootwillen, kratten, loopplanken, opstapjes, dekzeilen enzovoort langer dan 24 uur op de openbare oever te plaatsen;
- het is niet toegestaan ligplaatsen te verhuren en/of in gebruik te geven aan derden(niet-vergunninghouders).
Op de bij deze beleidsnota behorende kaarten is het volgende weergegeven:
- bruggen;
- de in De Schie vrij te houden afstanden vanaf bruggen;
- welke oevers gemeentelijk eigendom zijn en welke niet;
- waar de bij de gemeente in eigendom zijnde groene/ecologische oevers liggen (geen ligplaats toegestaan);
- welke oevers niet geschikt zijn om ligplaats in te nemen om redenen van andere aard dan het soort oever zoals bijvoorbeeld aanwezigheid uitstroombuizen drainage, pompunits voor bevloeiing, gemalen en stuwen, slechte staat beschoeiing, afwatering, beperkte toegankelijkheid enzovoort;
- de vaste en genummerde ligplaatsen aan De Schie ((Dinsdagse Watering langs de Schiestraat) inclusief de afmetingen;
- passantenligplaatsen;
- ligplaats voor een rederij zoals aangegeven in het geldende bestemmingsplan;
- bestaande steiger Watersportvereniging Noordwijk-Maritiem Teylingen.
De vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken indien niet of niet volledig aan deze regels wordt voldaan.
3.3 Specifieke beleidsregels per vaarweg
Hieronder is per vaarweg aangegeven welke specifieke beleidsregels gelden bij de beoordeling van een aanvraag om ligplaatsvergunning. Deze specifieke beleidsregels gelden in aanvulling op de in paragraaf 3.2. genoemde algemene beleidsregels.
Indien niet of niet volledig aan deze beleidsregels wordt voldaan, kan de vergunning worden geweigerd of ingetrokken.
3.3.1 De Schie
In de volksmond wordt het water dat langs de Schiestraat stroomt, De Schie, genoemd. De waterkaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland kent echter geen waterweg, genaamd De Schie. Het water langs de Schiestraat heet formeel de Dinsdagse Watering.
Er worden 3 passantenligplaatsen van 8 meter gecreëerd (P1 tot en met P3) ter uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme van de zes bollenstreekgemeenten waardoor Noordwijk zal worden aangesloten op het Landelijke Sloepennetwerk.
De overige beschikbare ruimte in De Schie wordt ingericht met vaste ligplaatsen van 8 en 9 meter die elk worden voorzien van een uniek nummer en die elk de beschikking krijgen over 3 in de kademuur aangebrachte afmeerringen.
Bij het inrichten van de ligplaatsen is aan weerszijden van de brug in de Schiestraat ter hoogte van de Zuidbroek een afstand van 5 meter en van de brug Schiestraat/Nachtegaalslaan een afstand van 20 meter vrijgehouden van ligplaatsen. Dit in verband met zichtlijnen en passeermogelijkheden.
Voor het innemen van een ligplaats in De Schie gelden de volgende specifieke beleidsregels:
- het innemen van een ligplaats aan het openbare gedeelte van de kade is uitsluitend toegestaan aan de zijde van de Schiestraat op de door het college aangewezen en genummerde ligplaatsen;
- afmeren aan het openbare gedeelte van de kade is uitsluitend toegestaan aan de door het college in de kademuur aangebrachte afmeervoorzieningen;
- het vaartuig dient in het midden van de ligplaats te worden afgemeerd. Het nummer van de ligplaats markeert het midden van de ligplaats;
- de maximale lengte van een vaartuig (inclusief gestreken mast, davids en/of bijboot) waarmee een ligplaats mag worden ingenomen, is minimaal 1 meter korter dan de lengte van de ligplaats (dat betekent dat op plaatsen van 8 meter een vaartuig meteen maximale lengte van 7 meter is toegestaan en op plaatsen van 9 meter, een vaartuig van maximaal 8 meter);
- de maximale breedte van een vaartuig (exclusief stootwillen en/of fenders en inclusief bijboot) is 2,80 meter;
- van een ligplaatsvergunning moet daadwerkelijk gebruik worden gemaakt, de ligplaats mag maximaal 7 maanden per jaar ongebruikt blijven bijvoorbeeld in verband met winterstalling of aan- en verkoop van een boot;
- per adres wordt maximaal 1 ligplaatsvergunning verleend;
- het is niet toegestaan om ligplaats in te nemen aan de overzijde van de Schiestraat, aan de oever van Landgoed Offem, behalve dat deze oever in particulier eigendom is, heeft de oever dezelfde kenmerken als een groene oever met een lage beschoeiing van losse stenen;
- het innemen van een ligplaats aan het particuliere deel van de Schiestraat (eigen kavel) is toegestaan mits de lengte van het vaartuig (inclusief gestreken mast, davidsen/of bijboot) maximaal 8 meter is.
De hiervoor genoemde beleidsregels gelden niet voor de vaartuigen van een rederij op de locatie die daarvoor in het bestemmingsplan is aangewezen.
Het stellen van een maximale maat is enerzijds ingegeven door het feit dat De Schie de enige openbare waterweg in Noordwijk is die geschikt is voor het innemen van ligplaatsen en waar inwoners zonder tuin aan doorgaand vaarwater de mogelijkheid hebben een boot af te meren en anderzijds door de aard van de Schie. De Schie is een smalle waterweg met aan de overzijde van de kade van de Schiestraat ook nog een particuliere, groene oever met een lage beschoeiing van losse stenen. De Schie is gemiddeld 11,82 meter breed. Het smalste deel is 10,22 meter en het breedste deel 14,41. Bovendien is volgens de legger van het Hoogheemraadschap van Rijnland de vereiste diepte van De Schie over een bodembreedte van 5,70 meter (midden van De Schie) slechts 1 meter. Gelet ook op het in de legger vastgelegde oeverprofiel, is de hellingshoek van het talud ‘1:3’, hetgeen betekent dat de diepte 1 meter uit de kant 33 cm dient te zijn, zal de diepte van De Schie (vlak) naast de oevers niet overal een meter bedragen. Gelet op het vorengaande is De Schie niet geschikt voor grote vaartuigen.
Het stellen van maximale afmetingen is tevens ingegeven door de wens om zo veel mogelijk inwoners het plezier van een eigen boot(je) te gunnen en om het gebruik van het water op een zo verantwoord en veilig mogelijke wijze te laten plaatsvinden.
3.3.2 Dinsdagse Watering (niet het gedeelte aan de Schiestraat)
De Dinsdagse Watering (niet zijnde het gedeelte aan de Schiestraat) heeft deels groene oevers en deels niet vrij toegankelijke oevers (SJC/dierenasiel) en grenst voor het overige aan particulier terrein. Met uitzondering van het innemen van ligplaatsen door Scouting Noordwijk aan de bij hen in gebruik zijnde gronden, worden aan bij de gemeente in eigendom zijnde openbare oevers geen ligplaatsen toegestaan.
Het innemen van ligplaatsen aan particuliere oevers is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- de particuliere oever en aanliggende gronden zijn feitelijk als tuin ingericht en zijn ook als zodanig in gebruik;
- op het hetzelfde kadastrale perceel, aansluitend aan de tuin, is een woonhuis aanwezig;
- de oever en aanliggende gronden hebben een woon- en/of tuinbestemming.
De achterliggende gedachte hierbij is dat het niet wenselijk is dat in open, landelijke gebied (weilanden, akkers etc.) ligplaatsen worden ingenomen.
3.3.3 Woensdagse Watering
Het innemen van ligplaats aan openbare oevers is vooralsnog in het geheel niet toegestaan. In verband met toekomstige ontwikkeling van de woonwijk Offem Zuid worden de gronden vooralsnog vrijgehouden van elke aanspraak. Bovendien is de Woensdagse Watering een vrij smalle watergang waarin ook nog drie woonboten liggen en is de uitvaarmogelijkheid naar doorgaand vaarwater zeer beperkt in verband met de lage brug onder de provinciale weg door.
Voor particuliere oevers geldt hetzelfde als hiervoor omschreven in paragraaf 3.3.2 voor de Dinsdagse Watering.
3.3.4 Maandagse Watering
Het innemen van ligplaats aan openbare oevers is in het geheel niet toegestaan. Alle openbare oevers zijn natuurvriendelijk en glooiend ingericht. Ook stroomt een deel van de Maandagse Watering langs het plas-drasgebied dat bekend staat als ‘De Watersnip’. Een niet voor mensen toegankelijk natuurgebied dat speciaal voor vogels is ingericht.
Voor particuliere oevers geldt hetzelfde als hiervoor omschreven in paragraaf 3.3.2 voor de Dinsdagse Watering.
3.3.5 De Nieuwe Vaart en de zijvaarten daarvan
Het is niet toegestaan ligplaats in te nemen aan openbare oevers. Van alle waterwegen in de wijk Boechorst die een (doorvaarbare) verbinding hebben met De Schie, zijn de openbare oevers ingericht als groene en/of ecologische oever.
Voor particuliere oevers geldt hetzelfde als hiervoor omschreven in paragraaf 3.3.2 voor de Dinsdagse Watering waarbij als aanvullende voorwaarde geldt dat maximaal de oeverlengte van de eigen kavel wordt gebruikt minus 1 meter.
Dit betekent dat het vaartuig minimaal een meter korter moet zijn dan de oeverlengte van de eigen kavel zodat aan weerszijde van het vaartuig ruimte overblijft om te manoeuvreren.
3.3.6 Haarlemmertrekvaart
In het belang van een goede ruimtelijke ordening en de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente zijn in de Haarlemmertrekvaart geen steigers en ligplaatsen toegestaan met uitzondering van de steiger en ligplaatsen van de Watersportvereniging Noordwijk-Maritiem Teylingen voor zover en voor zo lang de in paragraaf 1.3 genoemde toekomstige ontwikkeling in dit gebied zulks toelaten.
De Haarlemmertrekvaart loopt voor het grootste gedeelte door open, landelijk gebied met een cultuurhistorisch karakter en het is niet wenselijk inbreuk te maken op deze openheid, de landelijke uitstraling en het cultuurhistorische karakter van de trekvaart. Het varen over deze waterweg is een goede manier om de natuur van nabij te beleven. Het realiseren van individuele steigers en ligplaatsen welke her en der verspreid liggen, zou -anders dan het geval is bij de concentratie van ligplaatsen aan één steiger van de watersportvereniging- verstorend werken op deze beleving en op de openheid en het cultuurhistorisch karakter van het gebied.
3.4 Vergunningverlening oude aanvragen De Schie
Onder oude aanvragen wordt verstaan de voor de datum van ter inzagelegging van het ontwerp van deze beleidsnota ontvangen aanvragen om ligplaatsvergunning. De na deze datum ontvangen aanvragen worden overeenkomstig paragraaf 3.6 van deze beleidsnota afgehandeld.
De voor ligplaatsen beschikbare ruimte in De Schie wordt ingericht met 44 ligplaatsen die elk worden voorzien van 3 afmeerringen en een uniek nummer. De 44 ligplaatsen worden onderverdeeld in 27 kleine ligplaatsen voor vaartuigen tot 7 meter (ligplaats 8 meter) en 17 grote ligplaatsen voor vaartuigen tot 8 meter (ligplaats 9 meter).
Er zijn meer aanvragen ontvangen, die in beginsel voor vergunningverlening in aanmerking komen, dan het aantal ligplaatsen dat in De Schie beschikbaar is waardoor het wenselijk is gebleken een regeling in de beleidsnota op te nemen hoe de besluitvorming ten aanzien van deze oude aanvragen plaats zal plaatsvinden.
Bij de vergunningverlening wordt onderscheid gemaakt in aanvragen voor een ligplaats voor vaartuigen kleiner dan 7 meter (kleine ligplaats) en voor vaartuigen tussen de 7 en 8 meter (grote ligplaats). Het aantal aangevraagde grote ligplaatsen overtreft, anders dan bij kleine ligplaatsen het geval is, het aantal beschikbare ligplaatsen niet.
De aanvragen voor vaartuigen tussen de 7 en 8 meter worden vergund in volgorde van ontvangst van de aanvraag.
De aanvragen voor kleine vaartuigen tot 7 meter worden in volgorde van binnenkomst van de aanvraag vergund totdat alle beschikbare kleine en de resterende grote ligplaatsen zijn vergeven. De overige aanvragen worden geweigerd in verband met het onvoldoende beschikbaar zijn van ruimte.
Vaartuigen die onder de overgangsregeling vallen, krijgen een tijdelijke ligplaatsvergunning voor 2 kleine ligplaatsen indien de afmetingen van het vaartuig dit noodzakelijk maken.
3.5 Overgangsregeling De Schie
Voor pleziervaartuigen langer dan 8 meter en/of breder dan 2,80 meter die voor de datum van ter inzagelegging van het ontwerp van deze beleidsnota, reeds ligplaats innamen in De Schie én waarvoor een aanvraag om ligplaatsvergunning is ingediend die zonder voornoemde strijd met de beleidsregels in verband met de datum van ontvangst van de aanvraag voor vergunningverlening in aanmerking zou zijn gekomen, geldt een overgangsregeling.
Het innemen van meer dan één ligplaats door vaartuigen waarvan de eigenaren/gebruikers woonachtig zijn op hetzelfde adres is onder het overgangsrecht toegestaan mits de aanvragen op zichzelf beschouwd voor vergunningverlening in aanmerking zouden komen.
Door het onder het overgangsrecht brengen van de hiervoor bedoelde vaartuigen zal de situatie in De Schie op termijn in overeenstemming zijn met de beleidsregels zoals neergelegd in deze beleidsnota.
Aangezien ligplaatsvergunningen niet overdraagbaar en tevens locatie- en vaartuig gebonden (hoofdstuk 3) zijn, dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend zodra de situatie verandert (nieuwe eigenaar, nieuw vaartuig, andere locatie, verkoop boot). Deze nieuwe aanvraag wordt getoetst aan de geldende beleidsregels. Dit betekent feitelijk dat na vertrek, verkoop of tenietgaan van de onder het overgangsrecht gebrachte vaartuigen uitsluitend nog vergunning wordt verleend voor vaartuigen die in overeenstemming zijn met de in deze beleidsnota neergelegde beleidsregels.
3.6 Voorrang bij vergunningverlening en vrijkomende ligplaatsen
Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op nieuwe aanvragen die zijn ingediend na de datum van ter inzagelegging van het ontwerp van deze beleidsnota. De aanvragen voor een ligplaats in De Schie die zijn ingediend voor deze datum worden afgehandeld zoals in paragraaf 3.4 is omschreven.
Nu, na de afhandeling van de oude aanvragen zoals bedoeld in paragraaf 3.4, alle in De Schie beschikbare ligplaatsen zijn vergeven, ziet deze paragraaf feitelijk op de wijze waarop met vrijkomende ligplaatsen wordt omgegaan. Om administratieve lastenverzwaring, het maken van onnodige kosten door de burger en het lang in onzekerheid laten verkeren van burgers te voorkomen, is er voor gekozen geen wachtlijst aan te houden.
Indien een ligplaats beschikbaar komt dan wordt het vrijkomen van deze ligplaats op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt in een lokaal weekblad en op de gemeentelijke website waarbij een termijn van 4 weken wordt gegeven waarbinnen de aanvraag om ligplaatsvergunning moet worden ingediend. De aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn neergelegd in hoofdstuk 3.1 van deze beleidsnota.
Alle binnen de gegeven termijn ontvangen aanvragen worden allereerst aan de hand van de APV en de in deze nota neergelegde beleidsregels inhoudelijk beoordeeld. Op het moment dat zich geen andere weigeringsgronden voordoen dan het onvoldoende beschikbaar zijn van ruimte, is sprake van concurrerende aanvragen.
In geval van concurrerende aanvragen hebben inwoners van Noordwijk voorrang op niet-Noordwijkers. De beschikbare ruimte is beperkt en de gemeente Noordwijk acht zich in de eerste plaats verantwoordelijk om haar eigen inwoners zo goed mogelijk te faciliteren.
Voorts hebben belangstellenden die reeds beschikken over een ligplaats maar deze willen verruilen voor de vrijgekomen ligplaats, voorrang bij de vergunningverlening.
Indien de hiervoor genoemde voorrangsregels geen oplossing bieden, dan wordt aan de hand van een loting besloten aan welke aanvrager de vergunning uiteindelijk zal worden verleend. De loting zal worden uitgevoerd door de Afdelingsmanager Dienstverlening op een door haar/hem te bepalen wijze. De indieners van de aanvragen die in aanmerking komen voor deelname aan de loting, worden schriftelijk uitgenodigd om de loting bij te wonen.
3.7 Passanten
In Noordwijk zijn op dit moment geen passantenplaatsen aangewezen en/of ingericht. Een passantenplaats is een plaats waar kortdurend (maximaal 48 uur) en zonder vergunning ligplaats kan worden ingenomen. Passanten kunnen vooralsnog uitsluitend terecht in de jachthaven aan de Dinsdagse Watering.
Ter uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme van de zes bollenstreekgemeenten en de aansluiting op het Landelijke Sloepennetwerk worden drie passantenplaatsen van 8 meter (voor boten tot maximaal 7 meter) gecreëerd in De Schie. Het is passanten niet toegestaan op andere openbare plaatsen dan de daartoe aangewezen plaatsen aan te leggen.
Het is niet uitgesloten dat in de toekomst meer passantenplaatsen in De Schie of elders worden ingericht. Indien uit de nieuwe ruimtelijke structuurvisie en/of door de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Offem Zuid en/of uit de aansluiting op het sloepennetwerk, blijkt dat op termijn behoefte is aan meer passantenplaatsen dan zal dit in overweging worden genomen en worden de beleidsregels zo nodig gewijzigd.
3.8 Aan de vergunning te verbinden voorschriften
Aan een verleende vergunning voor het innemen van ligplaats met een pleziervaartuig kunnen voorschriften gebonden in het kader van veiligheid, milieuhygiëne en het beschermen van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
3.9 Handhaving
Indien in strijd met de APV een ligplaats wordt ingenomen zonder of in afwijking van een ligplaatsvergunning dan kan daartegen handhavend worden opgetreden. Het handhavingsbeleid van de gemeente Noordwijk is van toepassing.
Indien sprake is van een wrak dan kan deze worden geruimd door de beheerder van de betreffende waterweg. Als wrak wordt in ieder geval gezien, een vaartuig dat zijn drijvend vermogen heeft verloren.
4 Overige zaken
4.1 Uitvoering beleid De Schie
De uitvoering van de in deze nota neergelegde beleidsregels ten aanzien van het gedeelte van de Dinsdagse Watering gelegen aan de Schiestraat, zal niet binnen enkele maanden voltrokken kunnen zijn. In De Schie zijn vaartuigen aanwezig waarvoor een vergunning is aangevraagd, vaartuigen waarvoor geen vergunning is aangevraagd maar waarvan de booteigenaar wel bekend is en vaartuigen waarvan onbekend is van wie deze zijn.
Naar verwachting zullen medio 2015 de oude aanvragen om ligplaatsvergunning worden afgehandeld. Het verplaatsen van vaartuigen naar de vergunde plaatsen zal plaatsvinden na vaststelling van deze beleidsnota en nadat de afmeervoorzieningen zijn aangebracht, de plaatsen zijn genummerd en de niet te legaliseren vaartuigen zijn verwijderd.
De herinrichting van het gedeelte Schiestraat tussen de Zuidbroek en de Nachtegaalslaan is recentelijk afgerond. Daarbij is bij de taludinrichting langs de Schie rekening gehouden met het ligplaatsenbeleid. Zo zijn op regelmatige afstanden trappen aangelegd om de afgemeerde boten veilig te kunnen bereiken.
De herinrichting van het overige gedeelte van de Schiestraat is in voorbereiding. Ook hier zal rekening gehouden worden met het goed bereikbaar zijn van de afgemeerde boten. De herinrichting van dit gedeelte zal in 2 fases plaatsvinden. Op dit moment is nog niet bekend wanneer zal worden gestart met de werkzaamheden.
Het aanbrengen van de afmeerringen en de nummers zal naar verwachting plaatsvinden in het voorjaar of de zomer van 2015. Voor het aanbrengen hiervan is het niet noodzakelijk dat de ligplaatsen worden vrijgemaakt.
Voor het daadwerkelijk verplaatsen van de vaartuigen is het winterseizoen 2015/2016, het aangewezen seizoen omdat dan een aanzienlijk deel van de vaartuigen in de winterstalling ligt. Het streven is om de situatie in overeenstemming met de beleidsregels te hebben gebracht voor het vaarseizoen 2016 begint.
Bij de brug in de Schiestraat ter hoogte van de Zuidbroek en bij de brug Nachtegaalslaan/Schiestraat wordt een bord ‘B.8 klasse III DOR’ aangebracht met als onderbord ‘voorrang rondvaartboot’. Bij de passantenplaatsen wordt een bord ‘passantenligplaats’ aangebracht.
4.2 Inspraak
Het ontwerp van deze beleidsnota is overeenkomstig de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en in overeenstemming met de Inspraakverordening Noordwijk, bekend gemaakt in de plaatselijke krant en op de website van de gemeente. Het ontwerp van deze beleidsnota heeft ter inzage gelegen van 22 april 2015 tot en met 3 juni 2015. Het verloop van de inspraakprocedure, een samenvatting van de ingekomen zienswijzen en de reactie van het college hierop, zijn verwerkt in een eindverslag.
4.3 Communicatie
In de huis- aan huiskrant en op de gemeentelijke website zal aandacht worden besteed aan de in deze nota neergelegde beleidsregels. Deze beleidsnota worden integraal, inclusief bijlagen, op de gemeentelijke website gepubliceerd.
4.4 Evaluatie
De beleidsnota ligplaatsen pleziervaartuigen zal één jaar na inwerkingtreding van deze beleidsnota worden geëvalueerd of zoveel eerder dan wenselijk is in verband met bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen.
4.5 Inwerkingtreding
Deze beleidsnota treedt in werking de dag na bekendmaking hiervan in de huis- aan huiskrant en de gemeentelijke website.
Noordwijk, 30 juni 2015
Burgemeester en wethouder van Noordwijk,
de secretaris, drs.ir. J.W. de Vos MPA
de burgemeester, J. Rijpstra
Bijlagen
- Artikel 5.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk.
- Overzichtskaart reikwijdte beleidsregels.
- Uitsnede overzichtskaart De Schie.