Yana vertelt
“Hallo! Ik ben Yana. Ik kom uit Oekraïne. Wij – mijn man, zoon en ik – zijn een Oekraïense familie die al twee jaar in Nederland woont. We hebben een zoon van zes jaar. Hij gaat naar de Nederlandse school. Denys heeft vrienden. Hij doet nu zwemles. Maar het eerste jaar in Nederland was voor hem het moeilijkst. Hij was pas vier jaar oud toen we hier kwamen. We wisten niet hoe het onderwijssysteem in Nederland werkt. Hij zat op de kleuterschool in Oekraïne en moest naar school in Nederland. Denys sprak geen Engels of Nederlands. Hij was het enige Oekraïense kind op school. Het was zo moeilijk voor hem om zelfs maar een paar uur zonder mama op een totaal nieuwe plek in een nieuw land te blijven. Hij had geen vrienden, geen taal om te communiceren. Hij moest nieuwe regels, een nieuwe omgeving, nieuwe mensen en een nieuwe taal leren. Hij huilde elke ochtend op school toen ik wegging. Het was even wennen. Het eerste jaar in het buitenland was Denys zo vaak ziek. Hij at het lokale eten niet goed en op de vorige locatie mochten we niet koken. Hij had gezondheidsproblemen, vooral met zijn maag. Paracetamol hielp niet en ik had niet het benodigde medicijn uit Oekraïne…”
De veerkracht van de jeugd
“Het gaat nu veel beter met Denys. Hij spreekt prima Nederlands, zonder enig accent, zelfs niet bij de moeilijke klanken als de ‘r’, ‘g’ en ‘ng’. We lezen Nederlandse boeken en doen samen wat huiswerk om Denys te helpen zich aan te passen op school. Maar hij vraagt me nog steeds wanneer we terug naar huis kunnen in Charkov. Hoelang zullen de ‘slechteriken’ ons land aanvallen? Hij mist zijn speelgoed, bed en zijn eigen kamer. Denys herinnert zich waar en wat er in zijn kamer staat. Hij vraagt naar zijn vrienden in Charkov, zijn grootmoeder en grootvader, zijn neven en nichten, de kleuterschool en onze favoriete plekken waar we graag wandelden. Mijn ouders gaven ons wat speelgoed, boeken, het favoriete kussen en andere dingen uit Oekraïne die hij zo mist. Maar het is niet genoeg. Het kan de zoete geur van thuis, de knuffels van oma en het plezier met tante niet vervangen.”
Ouders die werken
“Mijn man en ik hebben hier een baan. Mijn man spreekt een beetje Engels, maar geen Nederlands. Hij is begonnen met het leren van Engels en wacht nu op de cursus Nederlands. Hij werkt hard. Zijn werkdag begint om 5 uur, sommige dagen om 4 uur ’s ochtends. Ik ben een financieel werker. Op kantoor spreek ik voornamelijk Engels, maar het is een Nederlands bedrijf. Mijn collega’s komen uit verschillende landen en we kunnen in het Engels met elkaar communiceren. Ik ben blij om deel uit te maken van mijn ‘coole’ team.”
Engels helpt bruggen te slaan
“Ik heb in Oekraïne Engels geleerd op school en op de universiteit. Ik heb in Oekraïne ongeveer tien jaar geen Engels gebruikt, omdat dat niet nodig was. Ik begon de taal te vergeten. We kwamen hier en ik moest het Engels weer oprakelen om in de nieuwe samenleving te communiceren. Ik was zo verlegen om in het Engels te praten. Het kost zelfs nu nog veel energie om in een andere taal te denken. Ik spreek nu elke dag Engels. Op school met de leraren, op kantoor, met vrienden, met ouders op school, met de dokter, op de markt. Overal.”
Ook Nederlands leren
“Ik heb besloten om ook Nederlands te leren, omdat Engels hier niet voldoende is om deel uit te maken van de Nederlandse samenleving. Ik weet niet hoelang we hier kunnen blijven. Ik voel me veel beter als ik de mensen om me heen begrijp. Zelfs op kantoor spreken Nederlandse collega’s tijdens de lunch uiteraard Nederlands. Ze maken grappen in het Nederlands en niet in het Engels. En als je samen wilt lachen, moet je de taal leren om echt deel uit te maken van het team. De kennis van de taal opent nieuwe kansen, geeft vertrouwen en kalmeert de gemoedsrust. Of als je op school een gesprek hebt met de ouders en zij in het Engels met je beginnen te praten. Dan komen er andere ouders en ze beginnen te communiceren en iets in het Nederlands te bespreken, maar je begrijpt niets… Of als ik mijn naam hoor of de naam van mijn zoon en ik begrijp niet waar mensen het over hebben. Moet ik uitleggen hoe ik me erover voel? Ik ben hier als gast. Ik ben Oekraïens in Nederland, geen Nederlandse in Oekraïne.”
Vier talen
“We moeten dezelfde taal spreken als de samenleving. Het maakt niet uit hoelang we hier blijven, maar het is mijn beslissing om Nederlands te leren. Ik wil mijn zoon nu graag begrijpen, omdat hij in het Nederlands met andere mensen communiceert (soms ook met mij), en ik zou graag willen weten wat hij zei. Alle informatie die ik op papier of als document krijg op mijn werk, school, bso, zwembad, Belastingdienst en andere is in het Nederlands. Soms is het te veel voor mijn geest: schakelen tussen Engels, Nederlands, Pools (ik heb een Poolse werkpartner), Oekraïens en Russisch. Het kost veel energie en kracht. Maar mensen zien alleen het topje van de ijsberg…”
Wij leven twee levens
“Wij, Oekraïners, leven sinds februari 2022 in twee levens tegelijk… We leven nog steeds één leven in Oekraïne terwijl we in het buitenland zijn. Preciezer gezegd, ons hart bleef daar, in Oekraïne, thuis. Velen van ons hebben nog steeds familie, verwanten en vrienden in Oekraïne. Mijn ouders, mijn zus, mijn neven en nichten met hun gezin, mijn verlamde oom en mijn tante, mijn petekind wonen nog steeds in de regio Charkov, in Oekraïne. Mijn neef staat nu vooraan… Elke ochtend begint voor Oekraïners nu met een telefoontje of een berichtje naar de familie die nog steeds in een gevaarlijke regio woont. Niet iedereen mag of kan het land verlaten. Het is zo moeilijk dat je familie daar is, waar het elke dag zo eng en gevaarlijk is, en jij hier bent. Hier is het veilig en vredig en je weet niet hoe je ze moet beschermen, hoe je ze moet helpen. Oekraïne is ons geboorteland en dat zal voor altijd zo blijven. Het is zo pijnlijk om het nieuws te zien en te lezen over honderden, duizenden doden in mijn land. Om al onze mooie steden en dorpen verwoest te zien… En het einde is niet in zicht.”
Ons tweede leven
“Het tweede leven is het leven dat we hier proberen te leiden, in Nederland. Ons leven is in deze twee jaar compleet veranderd. We woonden in ons eigen appartement in Oekraïne. Nu verblijven we in een slaapzaal met andere mensen, waar we onze eigen kamer hebben, maar de keuken, douche en toilet moeten delen. We spreken alleen Oekraïens en Russisch met elkaar. Hoewel we allemaal verschillend zijn, moeten we een manier vinden om nu allemaal samen te leven, ondanks dat we vreemden zijn voor elkaar. We hebben geen privacy meer.
We werken, studeren, maken nieuwe vrienden, leren lokale tradities en mentaliteit. We weten niet hoe onze toekomst eruit zal zien, waar we gedwongen zullen worden te leven. Het is nu moeilijk om plannen te maken. Er zijn situaties en beslissingen waar we geen invloed op hebben.”
Terugkeren?
“De meest gestelde vraag aan Oekraïners is of we van plan zijn om na het einde van de oorlog naar huis terug te keren. Deze vraag klinkt voor mij eerlijk gezegd vreemd. Ten eerste weten we niet hoelang het kan duren. We weten niet hoe onze status en verblijfsvoorwaarden hier zullen veranderen. Ik weet niet of er een plek is waar we in Charkov kunnen terugkeren en welk grondgebied het zal zijn? Natuurlijk geloof ik in de overwinning van Oekraïne, maar we weten het niet… Het klinkt gewoon makkelijk en eenvoudig om ’terug te keren’. Ons leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Er is veel veranderd. Wij zijn veranderd. Mensen zijn veranderd. De kijk op het leven is veranderd… Terugkeren naar Oekraïne betekent helemaal opnieuw beginnen: een baan vinden, vrienden maken (want veel Oekraïense vrienden zijn elders), de school voor onze zoon organiseren. Er is een totaal ander onderwijssysteem in Oekraïne. Het kan weer een nieuwe aanpassing zijn… En zelfs als de oorlog voorbij is, zal het daar nog een tijdje gevaarlijk zijn. Je weet nooit waar een mijn of granaatresten kunnen ontploffen…”
De plek waar je je thuis kunt voelen
“Ik mis Oekraïne echt. Het mooie Charkov. Mijn ouders, zus, familieleden, vrienden… Ik mis de plek waar ik me thuis kan voelen, maar niet als een vreemde. Ik ben de regering en de mensen van Nederland dankbaar voor het warme welkom, voor hun hulp en steun. Ik ben dankbaar voor de vredige en veilige plek. Ik ben dankbaar voor mijn vrienden die ik hier heb ontmoet, voor hun liefde en hulp bij de integratie. Ik ben dankbaar dat mijn zoon geen sirenes of explosies hoort. Hij gaat graag naar school, waar hij met andere kinderen een broodje eet tijdens de lunchpauze. Na schooltijd haast hij zich naar het zwembad, waar hij een nieuw armbandje en diploma van zijn coach krijgt. We lopen over het strand en proberen de mooiste schelp aan de kust te vinden, maar al onze gedachten zijn bij Oekraïne. Het is ons echte leven op dit moment.”